Ouderen kunnen langer thuis blijven wonen als er meer laagdrempelige logeervoorzieningen komen, aldus recent onderzoek

Wat is ervoor nodig om ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk in hun eigen, vertrouwde huiselijke woonomgeving te kunnen blijven leven? Ook als ze in een fase van hun leven komen waarin ze niet alles zelf meer kunnen en deels van mantelzorg afhankelijk worden? Hoe krijgen we dat als maatschappij voor elkaar en wat is de beste rol die ouderenfondsen daarbij kunnen vervullen? Dat is wat wij bij het RCOAK aan het onderzoeken zijn.

We zijn er inmiddels achter gekomen dat goede, gezellige, laagdrempelige plekken waar ouderen overdag of ’s avonds naartoe kunnen heel erg belangrijk zijn. Ook zijn plekken hard nodig waar ouderen even een tijdje kunnen logeren omdat ze bijvoorbeeld moeten bijkomen van een operatie of omdat hun mantelzorger wat tijd voor zichzelf nodig heeft. Eén van die plekken, waar er in de toekomst veel meer van nodig zullen zijn, is het Logeerhuis in De Pijp in Amsterdam. Dit was ons ‘Initiatief van de Maand mei’ dit jaar.

Het Logeerhuis is innovatief, en bevindt zich nog in de pilotfase. Er zijn ook logeerfaciliteiten in verpleeghuizen, maar daar gaan ouderen niet graag naartoe om te logeren vanwege de onprettige uitstraling. Bij het Logeerhuis staat ‘hospitality’ centraal. Het is net een hotel, mensen voelen zich er welkom als gewaardeerde hotelgasten.

Hoe kunnen er meer van dit soort voorzieningen ontstaan, en welke knelpunten werpt het systeem daarbij op? Hoe kunnen die knelpunten aangepakt worden, zodat de belemmeringen om meer logeerhuizen te kunnen starten worden weggenomen? Dit hebben het Wetenschappelijk Instituut van de 50+ Partij en het Ben Sajet Centrum laten onderzoeken.

Op 18 juli 2024 werd het onderzoek ‘Logeren als respijt en welzijn – Inventarisatie innovatieve tussenvoorzieningen’. gepresenteerd tijdens een minisymposium in Amsterdam. In dit onderzoek worden een aantal zogenoemde innovatieve tussenvoorzieningen onderzocht: mogelijke opties van dag- en nachtopvang tusen intra- en extramurale voorzieningen, tussen respijtzorg en dagopvang.

Directeur Suzanne Kooij van Stichting RCOAK nam deel aan het panel, en legde daar de nadruk op het belang van regelruimte voor ondernemende mensen die dit soort voorzieningen gaan opzetten omdat ze zien dat er behoefte aan is. Het blijkt dat vooral de financieringssystematiek die in de zorg wordt gehanteerd, en regelgeving op het gebied van hygiëne en privacy struikelblokken zijn bij het goed laten functioneren van innovatieve voorzieningen als het Logeerhuis. Lees het volledige rapport hier

Een paar belangrijke passages uit het rapport:

“Het is van belang dat locaties die logeerzorg aanbieden een gevoel van vertrouwen en veiligheid oproepen zowel bij de ouderen als bij hun mantelzorgers. Belangrijk voor een prettig verblijf zijn onder andere een thuisgevoel en professionele zorg, maar ook een laagdrempelige sfeer en buitenomgeving.”

“Wat de nieuwe ontwikkeling aan tussenvoorzieningen innovatief maakt is voor een groot gedeelte de flexibiliteit die ze bieden. Deelnemers kunnen komen en gaan wanneer ze willen, en/of wanneer dat voor mantelzorgers nodig is: ook in de namiddag en avond. Heel anders dan de klassieke dagbesteding die doorgaans tussen 10 en 2 uur geopend is, of het verpleeghuis dat je als bewoner amper meer verlaat. “Sommige mensen zijn juist ’s avonds eenzaam en komen daarom graag in de avond naar het logeerhuis.” (Oprichter Logeerhuizen Amsterdam).”

“Opvallend is dat bij de geïnventariseerde tussenvoorzieningen de focus steeds ligt op persoonsgerichte zorg. Dat komt neer op zorg die is afgestemd op iemands persoonlijke behoeften, wensen en voorkeuren. De zorgverlener benadert de persoon niet als patiënt of cliënt, maar als mens. Centraal staat de vraag: wat heeft een cliënt, een gast, een deelnemer nodig om zich gezond en gelukkig te voelen?

 

Gerelateerde nieuwsberichten

Inschrijven op de nieuwsbrief
Privacy(Vereist)